Wetboek van Strafvordering
Artikel 101
1
De officier van justitie geeft inbeslaggenomen pakketten, brieven, stukken en andere berichten, welke aan de houder van de concessie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Postwet of een geregistreerde ingevolge artikel 2.1, vierde lid, van de Telecommunicatiewet dan wel aan een andere instelling van vervoer waren toevertrouwd en welker inbeslagneming niet wordt gehandhaafd onverwijld aan de vervoerder ter verzending terug.
2
Tot de kennisneming van de inhoud der overige zaken, voor zover deze gesloten zijn, gaat de officier van justitie niet over dan na daartoe door de rechter-commissaris te zijn gemachtigd.
3
De machtiging kan zowel mondeling als schriftelijk worden gevorderd en verleend.
4
Wordt de machtiging geweigerd, dan geeft de officier van justitie de inbeslaggenomen zaken onverwijld aan de vervoerder ter verzending terug.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AO8559, Eerste aanleg - meervoudig, 10/060067-02 volgnummer 1 en volgnummer 2
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
28-04-2004
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank RotterdamVerdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiding door aan een groot aantal prominente Nederlandse dreigbrieven, met scherpe patronen, te sturen. De gevolgde scanmethode van poststukken is niet in strijd met briefgeheim als bedoeld in artikel 13 van de Grondwet. Voorts is hierbij te aanzien van verdachte niet onrechtmatig gehandeld...